Knikkende hoofden

Jeroen Terlingen spreekt tot de deelnemers aan de landelijke bijeenkomst van Stichting OK
‘Waarom zou ik me druk maken over wat mensen overkomt die kanker hebben overleefd? Waarom knijp ik mijn handjes niet dicht voor mijn eigen genezing en ga over tot de orde van de dag?
De eerste landelijke bijeenkomst van Stichting OK op 23 september j.l. gaf een duidelijk antwoord op bovenstaande vragen, die wel eens bij me opkomen als ik onvoldoende tijd en energie heb voor activiteiten die ik óók prettig en nuttig vind.
Niet iedereen die geneest van kanker kan moeiteloos de draad weer oppakken. Sommige mensen houden levenslang last van lichamelijke klachten, anderen worden ten onrechte uitgesloten van werk, er zijn overlevers die moeizaam functioneren door angst voor terugkeer van de ziekte, een deuk in hun relatie of verdriet over kinderloosheid.
Toen ik in mijn toespraakje de zinsnede ‘Niet zeuren, wees blij dat je er nog bent’ gebruikte, zag ik alleen maar knikkende hoofden. Met die dooddoener was iedereen wel eens het bos in gestuurd. Toehoorders die ’s morgens nog vreemden voor elkaar waren, deelden in de lunchpauze lief en leed en toonden in de middag openlijk hun emoties.
De kwaliteit van leven van mensen die kanker hebben doorstaan, stijgt aanmerkelijk als zij beseffen dat ze niet de enigen zijn die ondanks hun genezing ‘levenslang’ hebben gekregen. Het geeft hun kracht en moed om te weten dat hun beperking wordt gezien en geaccepteerd. En een groeiend aantal wordt donateur of vrijwilliger van Stichting OK om ervoor te zorgen dat de late gevolgen van de behandeling van kanker fundamenteel en systematisch worden aangepakt.
Ik kan er weer even tegen.’
Jeroen Terlingen