Risico hart- en vaatziekten na Hodgkinlymfoom in kaart gebracht
Mensen die zijn behandeld voor Hodgkinlymfoom hebben drie tot zeven keer meer kans op hart- en vaatziekten. Hoe groot die kans precies is hangt er van af hoeveel bestraling en wat voor soort chemotherapie zij hebben ontvangen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Rianne van Nimwegen binnen het Antoni van Leeuwenhoek, in samenwerking met een aantal Universitair Medische Centra. Met de resultaten van haar onderzoek kan de zorg voor zowel oud-patiënten als nieuwe patiënten worden verbeterd.
In Nederland krijgen ongeveer 460 mensen per jaar Hodgkinlymfoom, een vorm van lymfklierkanker. Bijna 90 procent van hen geneest. Maar op lange termijn kan de behandeling ongewenste neveneffecten veroorzaken, waaronder een verhoogde kans om nogmaals kanker te krijgen en een verhoogde kans op hart- een vaatziekten. Afgelopen decennia is de behandeling daarom geleidelijk aangepast, door andere soorten chemotherapie en minder uitgebreide bestraling te geven.
Tot nu toe was het niet duidelijk in welke mate de behandeling van Hodgkinlymfoom de kans op hartaandoeningen vergroot, en wat hierbij precies de risicofactoren zijn. Rianne van Nimwegen bracht dit voor haar promotieonderzoek in kaart. Op basis van de gegevens van meer dan 2500 patiënten, behandeld tussen 1965 en 1995, laat zij zien dat voormalige Hodgkin-patiënten een drie tot zeven keer verhoogde kans op hart- en vaataandoeningen hebben ten opzichte van de algemene Nederlandse bevolking. Na 40 jaar had ongeveer 50 procent van de in het verleden behandelde Hodgkin-overlevers een cardiovasculaire aandoening.
De kans op een hartaandoening blijkt samen te hangen met de hoeveelheid straling die tijdens de behandeling op het hart is gekomen. Verder blijkt chemotherapie met anthracyclines (zoals doxorubicine of adriamycine) een hogere kans te geven op hart- en vaataandoeningen dan andere typen chemotherapie. Tenslotte zijn klassieke risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals een hoge bloeddruk, diabetes, of roken ook van invloed op het risico.
Positief nieuws is dat een hoge mate van lichamelijke activiteit – minimaal drie uur per week intensief bewegen – de kans op een hartaandoening voor Hodgkin-overlevers mogelijk kan halveren.
De resultaten van Van Nimwegens onderzoek kunnen worden gebruikt om de huidige behandeling van Hodgkinlymfoom verder aan te passen en om nazorg voor overlevenden verder te verbeteren. Het landelijk consortium voor de nazorg van lymfoompatiënten, BETER (www.beternahodgkin.nl), werkt momenteel aan richtlijnen voor het screenen op hartaandoeningen bij Hodgkin-overlevenden. De resultaten van dit promotieonderzoek zullen daarin worden meegenomen.
Bron: AvL